Hoe de Nederlandse overheid een fraude van 4,5 miljard euro geheim houdt.
 
DEXIA VERSUS DE CONSUMENT
 

Auteur Hans van der Ven
 

Inmiddels is bijna iedere Nederlander bekend met de Dexia-affaire, waarbij vele duizenden beleggers die een aandelenleaseproduct hadden afgenomen financieel (vaak ernstig) zijn benadeeld. Vooral bekend is de rol, die wijlen de heer Duisenberg als oud-directeur van de Nederlandse Bank heeft gespeeld bij het tot stand brengen van een collectieve schikkingsregeling. Als afronding van zijn carrière heeft hij de zogenaamde Duisenberg-regeling' tot stand weten te brengen in het geschil tussen duizenden benadeelde beleggers enerzijds (bijgestaan door o.a. de Consumentenbond en de stichting Lease-verlies) en Dexia anderzijds. Deze hele affaire begint echter een nog naarder luchtje te krijgen dan die al had.
 
Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade ('WCAM')
Op donderdag 25 januari 2007 heeft het Gerechtshof Amsterdam de 'Duisenberg-regeling' algemeen verbindend verklaard op grond van de WCAM. Kort gezegd betekent zo 'n algemeenverbindendverklaring, dat de schikking die is bereikt door Duisenberg tussen de benadeelde partijen en de aansprakelijke partij, ook geldt voor partijen die niet betrokken zijn geweest bij het onderhandelingsproces. De schikking ('Duisenberg-regeling') wordt daarmee een soort wet, die geldt voor alle benadeelden van een of meerdere Dexia aandelenlease-overeenkomsten. Wel is er de mogelijkheid om gebruik te maken van het zogenaamde 'opt-out'-recht. Er geldt een bepaalde periode, waarbinnen benadeelde consumenten kunnen aangeven niet onder de  algemeenverbindendverklaring te willen vallen. Een ieder die dat niet doet, valt dus na het verstrijken van de 'opt-out'-periode onder de regeling en verliest daarmee de mogelijkheid om nog zelfstandig bij de rechter te procederen voor schadevergoeding.
 
Nadere uitleg
Alleen al Dexia heeft tussen ongeveer 1992 en 2002 zo'n 713.500 aandelenlease-over-eenkomsten gesloten met ongeveer 395.000 consumenten. Voor degenen, die nog onbekend zijn met deze materie: hoewel er vele verschillende varianten zijn, komt iedere aandelenlease-overeenkomst er in hoofdzaak op neer, dat een bank (bijv. Dexia) een bedrag leent aan de consument en voor dat bedrag direct aandelen of andere effecten koopt, waarbij de klant eenmalig of periodiek (veelal maandelijks) rente betaalt voor die lening. Dat rentepercentage lag vaak rond de 1% per maand! Aan het einde van de looptijd van het contract (in duur variërend van 3 tot 20 jaar) worden die aandelen of effecten door de bank voor de klant weer verkocht en ontvangt de consument de opbrengst van die verkoop minus de lening. Door deze constructie kan de consument bij een stijgende aandelenmarkt meer rendement behalen dan wanneer hij het bedrag, dat hij betaalt aan rente, zelf zou beleggen, omdat meteen vanaf het begin een flink bedrag wordt belegd, dat zodoende lang in waarde kan stijgen. Dit wordt de 'hefboomwerking' genoemd. De valkuil, waar vele duizenden consumenten zijn ingetrapt is, dat bij een dalende aandelenkoers de leasebelegger achterblijft met een schuld aan de bank (de zogenaamde restschuld), doordat de aandelen onvoldoende opbrengen om j de lening mee te kunnen aflossen. Dat is bij een zeer grote groep gebeurd, toen in de periode 2001 tot 2003 de AEX-index van 700 naar 270 punten daalde als gevolg van de 9/11 aanslag in New York. Pas toen kwam het ware karakter van de  aandelenlease-
overeenkomst naar voren, doordat Dexia op grote schaal incassoprocedures begon om alle schulden te innen die de consumenten contractueel hadden bij Dexia (Dexia is betrokken of betrokken geweest bij zo'n 12.000 rechtszaken). In het begin was Dexia daar redelijk succesvol mee, maar het tij keerde zich langzaam tegen Dexia. Steeds meer (kanton)rechters begonnen hun bedenkingen te krijgen en vonden, dat het voorlichtingsmateriaal te summier was, zodat het de consument niet duidelijk was wat voor een soort overeenkomst hij eigenlijk was aangegaan. Ook vonden steeds meer rechters, dat er te risicovolle overeenkomsten waren aangegaan met consumenten door de wanverhouding tussen hun inkomen en de omvang van de mogelijke restschuld, enz. De heer Duisenberg werd toen van stal gehaald om Dexia te helpen bij deze tegenwind. Het begon Dexia allemaal wel erg veel geld te kosten en daar hebben banken nu eenmaal een hekel aan.
Vervolgens kwam de WCAM in het zicht. Daarmee kan de 'Duisenberg-regeling1 immers algemeen verbindend worden verklaard en kan Dexia zich zo ontdoen van al die lastige procederende consumenten - althans dat hoopt Dexia.
 
To buy or not to buy...
Er is een opvallend aspect, dat in al deze procedures steeds meer aandacht kreeg en waar ook dit artikel over gaat. Op enig moment is een slimme advocaat zich gaan afvragen, of Dexia eigenlijk wel al de aandelen heeft gekocht, die ze contractueel voor hun klanten zouden hebben moeten kopen. Dat is immers de kern van de verplichting van Dexia volgens de aandelenlease-overeenkomsten; het kopen van aandelen met het aan de consument geleende bedrag, waar deze de rente voor betaalt; en het na een afgesproken periode weer verkopen van die aandelen. Dexia is met de vraag naar bewijzen van die aan- & verkopen vanaf het begin zeer ontwijkend omgegaan en vele rechters bepaalden (gelukkig voor Dexia), dat het niet waarschijnlijk was, dat Dexia deze verplichting niet zou zijn nagekomen. Zij concludeerden in hun vonnissen, dat Dexia niet hoefde te bewijzen, dat ze inderdaad die aandelen gekocht en verkocht had. Maar juist de weigering van Dexia om direct opening van zaken te geven en de suggestie, dat zij de aandelen mogelijk niet zou hebben aangekocht, af te doen als een 'broodje-aap-verhaal', was olie op het vuur voor de anti-Dexia-groeperingen. Steeds meer advocaten en belangenverenigingen verlangden bewijs, dat Dexia inderdaad al die aandelen daadwerkelijk had gekocht. Indien dat niet het geval mocht blijken te zijn, hebben we de grootste oplichting- en fraudezaak van de Nederlandse geschiedenis te pakken, die de gehele bancaire sector in een zeer zwart licht zal zetten. Uiteindelijk groeide dit onderwerp uit tot een niet te negeren gerucht en verdenking en kon de rechterlijke macht niet langer stilzitten. Ten slotte heeft het Gerechtshof Amsterdam dan ook opdracht gegeven aan de Autoriteit Financiële Markten (AFM), het hoogste toezichthoudende orgaan binnen de financiële sector, om te onderzoeken of Dexia inderdaad de aandelen voor die 713.000 overeenkomsten heeft gekocht. Een gerechtvaardigd onderzoek. Immers, alleen als Dexia daadwerkelijk aandelen heeft aangekocht is er indirect geld geleend aan de betreffende klant en alleen dan heeft de klant terecht rente betaald. Zijn de aandelen niet gekocht, dan heeft Dexia de klanten rente laten betalen voor een niet bestaande lening.
 
De bevindingen
In paragraaf 3.4 van het antwoordrapport van de AFM worden de bevindingen als volgt geformuleerd: "De AFM heeft (...)-vastgesteld dat aandelen voor effectenleaseproducten   tijdig zijn geleverd op de depotrekening die Dexia (...) aanhoudt. In alle beoordeelde gevallen hebben bijschrijvingen plaatsgevonden op de depotrekeningen die overeenkomen met de omvang en samenstelling van verzamelorders". Voor de leek: de AFM stelt hier vast, dat de betreffend aandelen op naam zijn gesteld van Dexia en dat er op die manier overdracht van de aandelen heeft plaatsgevonden. Overdracht is iets anders dat betaling. Net als in de winkel als u boodschappen doet, vinden voor een koop twee handelingen plaats. De winkel levert de boodschappen aan de klant en de klant betaalt daarvoor de prijs.
Daarom zijn de twee volgende zinnen uit het AFM rapport zeer opvallend: "De AFM acht het aannemelijk, maar heeft dit niet feitelijk vastgesteld, dat aan de levering een aankoop is voorafgegaan. Het is de AFM niet mogelijk gebleken om op basis van de beschikbare gegevens een aansluiting te maken tussen de gegenereerde verzamelorders en door Dexia uitgevoerde transacties op Euronext Amsterdam.". Met "aankoop" kan hier dus alleen worden bedoeld 'betaling'. Immers, de AFM had al vastgesteld, dat levering had plaatsgevonden. Deze bevinding is dus op z'n zachtst gezegd zeer opmerkelijk, juist ook omdat het Gerechtshofaan de AFM de opdracht heeft gegeven om na te gaan "of Dexia ten behoeve van de afnemers van de door haar aangeboden effectenleaseproducten de aandelen waarop die producten betrekking hebben daadwerkelijk heeft aangekocht en, voorzover voor de nakoming van haar verplichtingen jegens die afnemers noodzakelijk, behouden. ". Kortom, de AFM heeft de vraag ontwijkend beantwoord en goedbeschouwd niet voldaan aan de opdracht! Het getuigt van een stuitende mate van arrogantie om zo - in het zicht van heel Nederland - een zeer belangwekkende vraag gewoon te omzeilen!!
 
Kritiek
Het Platform Aandelen Lease (PAL), een organisatie die optreedt namens vele gedupeerden, heeft vernietigende kritiek geuit op het AFM-rapport. Met deze kritiek heeft het Gerechtshof niets gedaan behalve heel hard negeren......   Zo wijst PAL erop, dat de AFM slechts 26 aandelenleasecontracten heeft gecheckt in het kader van de gegeven opdracht. Dat is slechts 0,004% van de contracten, waarbij PAL aangeeft, dat er alleen al meer dan 26 verschillende soorten aande-lenlease-overeenkomsten zijn. Dus de AFM heeft zelfs niet de moeite genomen om van alle soorten aandelenleasecontracten, zoals aangeboden door Dexia, te controleren of daadwerkelijk de aandelen zijn aangekocht! Dat is hoogst merkwaardig en onacceptabel. Let wel: we praten hier over de toezichthouder van de Nederlandse financiële sector! Dit instituut zou als een spreekwoordelijke bok op de haverkist moeten zitten en tot op de bodem moeten gaan om vast te stellen, of er misstanden zijn (geweest). Maar nee, met een jantje van leiden maken ze zich ervan af en nemen de verdenking tegen Dexia volstrekt niet serieus. Sterker nog, ze blokkeren met hun handelwijze gewoonweg, dat de (stinkende) waarheid bovenkomt. Echt schaamteloos. Wat ook opvalt is, dat de AFM alleen controle heeft gedaan over een zeer beperkte en beperkt relevante periode van aandelenhandel door Dexia.
 
Verder wijst PAL erop, dat er slechts sprake kan zijn van een restschuld, indien Dexia de aandelen van de klanten niet alleen heeft aangekocht, maar ook heeft verkocht. Alleen dan kan er immers een koersverlies optreden. Maar de AFM heeft in het geheel niet onderzocht of Dexia de aandelen ook weer heeft verkocht!! Wat is hier aan de hand? Hoe kan dit plaatsvinden onder de neus van politiek Nederland en van de rechterlijke macht? Of moeten we hier vaststellen, dat alle genoemde overheidsorganen onder een hoedje spelen met de bank? Immers, de politiek grijpt niet in, stelt geen vragen enz.; en het Gerechtshof komt in het kader van de algemeen-verbindend-verklaring van de 'Duisenberg-regeling' met de volgende vaststelling naar aanleiding van dit AFM-rapport: "Het Hof verbindt aan deze bevindingen van de AFM en het door haar verrichte onderzoek, de gevolgtrekking dat er (...) onvoldoende reden is om de feitelijke verwerving en het daaropvolgende behoud van de effecten (...) in twijfel te trekken.".
 
Pardon? Wat zegt u? Er is onvoldoende reden om te twijfelen of Dexia de aandelen heeft gekocht? U heeft aan de AFM de opdracht gegeven om vast te stellen of ze zijn aangekocht, ja of nee! U heeft de AFM niet gevraagd om te bepalen of er getwijfeld kan worden!! Ja of nee. Dat is alles waar het om draait. En hoe kun je nou niet twijfelen, als de AFM zelf - ondanks het feit, dat dit juist de kern van de opdracht was - feitelijk niet heeft kunnen vaststellen, dat aan de levering van de aandelen een betaling voorafgegaan is?! Hier is evident een 'co-ver-up'-operatie aan de gang. Dit gaat veel verder dan incompetentie en blinde vlekken. Hier wordt duidelijk opzettelijk om de hete brij heen gedraaid op zo 'n manier, dat het net lijkt of er geen grootschalige fraude heeft plaatsgevonden. Als een politie-in-specteur de opdracht krijgt om vast te stellen, of er een inbraak is geweest, even met z'n neus over het hek van de tuin kijkt en vervolgens rapporteert, dat er geen reden is eraan te twijfelen dat er geen inbraak heeft plaatsgevonden, wordt hij (als het goed is) dezelfde dag ontslagen. Maar zo niet bij het hoogste financiële orgaan van Nederland en de raadsheren bij het Gerechtshof in Amsterdam.
 
Dus wederom stellen wij de vraag: heeft Dexia die aandelen gekocht, ja of nee? Zo moeilijk kan het niet zijn om dat vast te stellen. Immers, het gaat om 713.000 overeenkomsten. Indien we uitgaan van een de meest voorkomende vorm van aandelen-lease bij Dexia, namelijk de zogenaamde WinstVerdrieDubbelaar, en daarbij de goedkoopste variant nemen, gaat het om een leasesom van NLG 13.888,- per contract. In totaal moet er daarom voor tenminste EURO 4.493.397.044,-, oftewel vier en een half miljard euro zijn uitgegeven door Dexia voor de aankoop van de aandelen. Is dat geld wel of niet betaald? Zo eenvoudig is het: 4,5 miljard is niet een bedrag dat je zomaar over het hoofd ziet. Dus waarom doet de AFM zo halfslachtig in het beantwoorden van de vraag van het Gerechtshof, die immers gewoon in helder Nederlands vroeg of Dexia de aandelen "daadwerkelijk heeft aangekocht"?
 

juli | augustus 2007   13.3 Frontier