Warmenhuizer paar wint
rechtszaak Legio Lease
Noord Hollands Dagblad 23 november
2005
van onze verslaggever
WARMENHUIZEN-Een echtpaar uit Warmenhuizen heeft
een rechtszaak tegen de Dexia Bank over de Legio Lease-constructie gewonnen. De
rechtbank in Alkmaar oordeelde dat de hele transactie moet worden teruggedraaid,
omdat de echtgenote niet had mee getekend.
Op 23 mei 2000, het was nog in de periode dat de
aandelenkoersen rugwind hadden, sloot het echtpaar een overeenkomst af met
Dexia. Zij kozen daarbij voor de WinstVerDriebubbelaar. Daarvoor betaalden zij
maandelijks een termijn van € 113,73. De overeenkomst was gesloten voor 36
maanden, zodat er uiteindelijk een bedrag van iets meer dan vierduizend euro in
het laatje van Dexia kwam. De aandelen, de feitelijke grondslag van de
overeenkomst, werden toen verkocht en brachten ruim achtduizend euro op. Een
dikke teleurstelling ten opzichte van de eens zo hoopvolle verwachtingen: er
resteerde voor het echtpaar een schuld van € 11.500.
De Warmenhuizers bleken niet van zins om dit bedrag
over te maken en Dexia wilde uiteraard wel incasseren. Dus leidde de affaire tot
een zaak, waarover de kantonrechter in Alkmaar zich moest
uitspreken.
Daarbij speelde een aangetekende brief van de
echtgenote aan Dexia een cruciale rol. Op 10 februari 2003 maakte zij de NV er
op attent dat haar handtekening onder de overeenkomst ontbrak. Op grond daarvan
vond zij dat er een kruis door de overeenkomst moest worden gezet en dat de hele
zaak diende te worden teruggedraaid.
Kan dat wettelijk? Er zijn in de wet overeenkomsten
genoemd waarvoor de handtekeningen van beide partners noodzakelijk zijn.
Ontbreken deze, dan is de waarde van het contract niet meer dan die van een vod
papier. Koop op afbetaling en huurkoopovereenkomsten zijn hiervan
voorbeelden.
In deze kwestie draaide het dus om de vraag of de
WinstVerDriebubbelaar vergelijkbaar is met een dergelijke overeenkomst. De
rechter oordeelde van wel: 'de beschermingsfuntie van het toestemmingsvereiste
dient van toepassing te zijn'. Maar voerde Dexia aan, die mevrouw wist, evenals
andere gezinsleden, van de hoed en de rand; de overeenkomst was bepaald niet
achter haar rug om gesloten. Dus, zo vond de bank, is er echt wel sprake van een
rechtsgeldig contract. Helemaal mis, oordeelde de rechtbank, in dit soort
belangrijke zaken moet de instemming blijken uit een handtekening onder de
verbintenis en anders niet.
De overwegingen leidden tot de conclusie dat het
Warmenhuizer paar zijn inleg, vermeerderd met een beetje rente,
terugkrijgt.
Copyright © 2005 HDC Media
BV
De uitspraak kunt u hier lezen