Procederen tegen Dexia heeft
zin
Reformatorisch Dagblad 19 maart
2007
Voor veel gedupeerden in de
aandelenleaseaffaire kan procederen tegen Dexia Bank Nederland zinvol zijn. Veel
gedupeerden weten echter niet wat hun mogelijkheden zijn, stellen Piet Koremans,
mr. Joost Papeveld en mr. Marijn de Koning.
Er zijn circa 200.000 gedupeerden in Nederland voor
wie procederen tegen Dexia Bank Nederland zinvol kan zijn. Zij kunnen via de
rechter duizenden of zelfs tienduizenden euro's terugkrijgen, terwijl ze via de
Duisenbergregeling niets van hun geld terugzien en een restschuld hebben waarvan
ze vaak nog een gedeelte moeten betalen. Rechtszaken hierover halen weliswaar de
nieuwskolommen van een aantal kranten, maar bereiken het grote publiek niet. Een
brede maatschappelijke discussie brengen ze ook niet op gang. Dat is schokkend.
Vele gedupeerden weten niet wat hun mogelijkheden zijn, of dat er überhaupt iets
te kiezen valt.
Het enige wat veel gedupeerden van Dexia aan
informatie krijgen, zijn de intimiderende brieven van Dexia waarin wordt
verkondigd dat zij automatisch aan de Duisenbergregeling gebonden zijn en waarin
over de mogelijkheid van een "opt-out" zeer verhullend en over de mogelijkheid
van procederen al helemaal niet wordt gesproken.
Op 25 januari verklaarde het gerechtshof Amsterdam
de Duisenbergregeling algemeen verbindend. Dat betekent dat iedere
Dexiagedupeerde vastzit aan de Duisenbergregeling, tenzij deze vóór 1 augustus
dit jaar aan de notaris via een brief kenbaar maakt niet van deze regeling
gebruik te willen maken. Dexia rekende zich al rijk: deze uitspraak van het
gerechtshof was volgens Dexia zó gezaghebbend dat de in aandelenleasezaken
meestal ingeschakelde kantonrechters voortaan wel conform de Duisenbergregeling
zouden gaan vonnissen.
Deze droom werd ruw verstoord door de realiteit van
twee uitspraken van 1 maart. Hetzelfde gerechtshof oordeelde ten gunste van de
gedupeerden. Belangrijk hierbij is dat hieruit volgt dat het hof de
Duisenbergregeling niet ziet als norm, maar veel eerder als ondergrens.
Gedupeerden met een lager opleidings- en beroepsniveau en die niet hebben
begrepen dat zij al hun geld konden kwijtraken, kunnen rekenen op een
(aanzienlijk) hogere vergoeding. Dit geldt voor een zeer groot gedeelte van de
circa 200.000 gedupeerde cliënten van Dexia die tot nog toe niet hebben besloten
om akkoord te gaan met de Duisenbergregeling. Deze groep gedupeerden doet er
zeer verstandig aan zijn zaak aan de rechter voor te leggen in plaats van zomaar
akkoord te gaan met de Duisenbergregeling.
Misleid
Dexia heeft in het verleden op een agressieve wijze
zo'n 400.000 mensen misleid en financieel gedupeerd. Vele gezinnen hebben hun
huis moeten verkopen, kunnen geen auto meer aanschaffen of kunnen al jaren niet
op vakantie. In plaats van deze mensen een fatsoenlijke regeling aan te bieden
of écht recht te doen aan de gedupeerden, blijft Dexia zich als niet
verantwoordelijk opstellen.
Dexia probeert nu iedereen aan een voor Dexia zo
goedkoop mogelijke regeling te binden zonder zorgvuldige voorlichting. Dexia
schermt er zelfs mee dat procederen voor een aantal van de gedupeerden geen zin
heeft, omdat het handtekeningargument dat in veel zaken speelt, in veel gevallen
zou zijn verjaard. Net als praktisch alle andere verweren van Dexia, is die
stelling zeer discutabel. Ten eerste begint de verjaringstermijn namelijk pas te
lopen op de dag dat de andere partner weet dát en met wie er een effectenlease-
(huurkoop)overeenkomst is afgesloten. Ten tweede moet Dexia deze verjaring in
individuele procedures kunnen bewijzen. Kortom, met name ook deze categorie
gedupeerden heeft sterke papieren in een rechtszaak tegen Dexia.
Het gerechtshof oordeelde in de uitspraak van de
algemeenverbindendverklaring van de Duisenbergregeling dat deze als algemene
regeling "al met al niet onredelijk" was. Dexia maakt daar heel iets anders van.
Dexia stelt in de media dat het gerechtshof Amsterdam de Duisenbergregeling
"fatsoenlijk" vindt. Gelukkig denken rechters binnen het gerechtshof Amsterdam
en kantonrechters in het hele land daar in individuele rechtszaken heel anders
over.
De auteurs zijn respectievelijk voorzitter van
de Stichting Platform Aandelenlease (PAL), jurist bij Leaseproces en adviseur
bij Leaseproces.
Copyright (C) Reformatorisch
Dagblad