Dividendval niet grootste zorg leasebelegger
 
Leon Willems
 
Vres-se-lijk saai, antwoordt vrijdag een optiehandelaar die gevraagd wordt hoe de handel is, de dag waarop de januariseries expireren. 'Januari is normaal gesproken een van de vier grote expiraties per jaar. Maar omdat de aandelenkoersen al anderhalve maand nauwelijks bewegen, zien we weinig actie bij de expiratie.' Zonder volatiliteit geen handel, blijkt eens te meer.
 
Optiebeleggers prefereerden vrijdag contracten door te rollen. Opties met expiratiemaand januari sluiten en februari-opties openen, betekent dat in dit geval.
 
De AEX mag dezer dagen dan kalmpjes kabbelen rond 320 punten, saai is het voor beleggers niet. Hooguit teleurstellend. Dat laatste geldt met name voor veel leasebeleggers. Zij hebben op hogere koersniveaus met geleend geld in aandelen belegd. Meer dan andere aandelenbeleggers lijden zij onder gedaalde koersen omdat zij zich in de schulden hebben gestoken.
 
Hoewel voor leasebeleggers doorgaans werd belegd in aandelen spelen derivaten, zoals opties en futures, een belangrijke rol in producten met welluidende namen als WinstVerDriedubbelaar en MultiClick Effect. De laatste twee komen uit de stal van Dexia , dat donderdag meer details bekend maakte over zijn aanbod aan teleurgestelde beleggers met een restschuld.
 
De WinstVerDriedubbelaar werd twee weken geleden in deze rubriek al belicht. Langzaam maar zeker wordt duidelijk welk type derivaat voor dit product is gebruikt.
 
Een korte recapitulatie. Een belegger leent een bedrag waarmee de bank voor hem aandelen koopt, louter van hoofdfondsen uit de AEX-index. De looptijd van de lening is drie jaar. Aan het begin van de looptijd wordt een aandelenpakket gekocht samengesteld uit drie à vijf fondsen. Tegelijkertijd wordt het recht gereserveerd om over een jaar én over twee jaar hetzelfde pakket te kopen tegen de koers van het eerste pakket. Maandelijks betaalt de belegger rente aan de bank. Aan het eind van de looptijd wordt de waarde van de aandelen verrekend met de hoofdsom van de lening.
 
Het leasecontract spreekt over 'het recht en de plicht' om aandelen te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs. Geopperd werd dat het hier gaat om het tegelijkertijd kopen van een calloptie en verkopen van een putoptie met dezelfde onderliggende aandelen, looptijd en uitoefenprijs.
 
Dexia stelt echter dat het gaat om een 'forward', een termijncontract waarmee nu aandelen worden gekocht tegen levering later. In feite is het een future, met dien verstande dat het contract niet op de beurs wordt verhandeld maar 'over the counter', zeg maar maatwerk tussen professionele partijen.
 
Aandelenfutures worden geprijsd volgens de formule waarde future = huidige koers onderliggend aandeel + dividend -/- rente. De berekening gaat uit van de premisse dat de verkoper van de future, wil hij op leveringstijdstip aan zijn verplichting kunnen voldoen, de onderliggende stukken (aandelen) koopt. Anders loopt hij risico geld te verliezen als de koersen stijgen.
 
De prijs van de future (premie) wordt gefinancierd uit het dividend dat wordt verdiend op de ingekochte aandelen. De klant moet elk jaar van de looptijd minimaal het dividend 'passeren' dat wordt uitgekeerd in het kalenderjaar waarin het contract is afgesloten. Indien het dividend ontoereikend is om de premie te betalen, moet de klant het verschil bijpassen.
 
Het dividendrisico ligt dus uitsluitend bij de leasebelegger. Wie een leasecontract sloot in een jaar waarin historisch hoge dividenden werden uitgekeerd, moet structureel bijpassen. Dat geldt dus vooral voor leasebeleggers die in 2000 en 2001 instapten.
 
Omdat aandelenkoersen doorgaans 20 tot 50 veelvoud zijn van dividenduitkeringen, zal dividend bijpassen zeer beperkt zijn in vergelijking met het geleden koersverlies. Maar dat is een schrale troost.
 
Copyright (c) 2003 Het Financieele Dagblad