Kat in de
Zak?
AMSTERDAM (DFT) - 13 juni 2005 - In de
afgelopen jaren is er veel ophef geweest over verschillende financiële producten
die aan particulieren zijn verkocht. Het gaat vooral om de
aandelenleaseproducten van Dexia, maar ook andere aanbieders zijn veelvuldig in
het nieuws geweest, zoals recent nog Koersplan van Spaarbeleg, een onderneming
van Aegon.
De pijlen van ontevreden en meer dan teleurgestelde
klanten worden vooral gericht op de makers van deze producten. Of we het nu
hebben over aandelenlease van Dexia of Koersplan van Spaarbeleg, iedere
teleurgestelde deelnemer zal vinden dat de producten niet deugen. Dat is naar
mijn mening echter lang niet altijd het geval.
Waarom zijn de deelnemers teleurgesteld? Het
antwoord is simpel: het product doet niet wat zij ervan verwacht hadden. Vaak
zijn deelnemers over de streep getrokken door verkopers die zich voordeden als
adviseurs. Bij goede adviseurs staat het belang van de consument, uw belang,
voorop. Blijkbaar hebben veel consumenten zich door een ’adviseur’ laten
overhalen.
In de situaties dat de consument twijfels bij het
product had, werden agressieve verkoopmethoden niet geschuwd en werd handig
ingespeeld op de latente hebzucht die iedere consument ongetwijfeld wel eens
ervaart. De vraag rijst waarom het vertrouwen van de consument werd beschaamd?
Het antwoord ligt in dezelfde hebzucht. De beloning van de verkopers is namelijk
direct afhankelijk van het aantal verkochte producten en de daarmee
samenhangende provisie.
Hiermee konden zij astronomische bedragen
verdienen. Een aantal verkopers kwam al snel in de verleiding vooral producten
te verkopen met een hoge beloning om op die manier zijn eigen inkomen aardig op
te krikken. U mag raden wie de beloning betaalde? Ja precies, de deelnemers aan
dergelijke producten. De kosten hiervan werden handig verpakt in de producten
zonder dat de consument dit in de gaten had. Naar het zich laat aanzien zijn de
verkopers de enigen die aan aandelenlease echt geld hebben verdiend. De winst
van de aanbieders is voor een belangrijk deel verdampt door de kosten van
advocaten en schadeclaims.
Het is dan ook verbazingwekkend dat de verkopers
van de producten niet worden aangesproken om de schade te vergoeden. Een reden
kan zijn dat de producten door veel verschillende verkopers zijn verkocht die
dan stuk voor stuk moeten worden aangesproken.
Het is dan juridisch
eenvoudiger de makers van dergelijke producten aan te klagen. Zij zijn niet
alleen verantwoordelijk voor de producten, maar ook voor de wijze waarop deze
verkocht worden. Door de verkopers een te aantrekkelijke beloning in het
vooruitzicht te stellen nemen zij het risico dat dergelijke producten ook aan
mensen verkocht worden voor wie het financieel niet verantwoord was.
De overheid heeft dit probleem gesignaleerd en
voert in de loop van dit jaar nieuwe wetgeving in, de wet Financiële
Dienstverlening. Hierdoor zal het eenvoudiger worden om als consument de
verkopers aan te spreken. Indien zij het gegeven ’advies’ niet kunnen
onderbouwen, kunnen zij hierop worden aangesproken.
Het is dan alleen de vraag hoe de consument
schadeloos wordt gesteld, of blijft het alleen bij disciplinaire maatregelen
voor de verkopers? Tot nu toe werden alleen de makers van de producten
aangesproken en bleven de verkopers buiten schot. Dat gaat dus veranderen.
© 1996-2005 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten
voorbehouden.