Onthullend Koersplan
 
de Volkskrant, Economie, 6 oktober 2004
 
Dit jaar was het jaarlijkse overzicht van Koersplan een schok voor Johan Mulder. Jarenlang kreeg hij overzichten die hem de geruststellende indruk gaven dat het redelijk ging met zijn ingelegde geld. Dit jaar heeft Spaarbeleg, de verkoper van Koersplan, de wijze waarop de klanten worden geïnformeerd over hun geld gewijzigd. Nu is het Koersplan van Mulder flink van streek. Johan Mulder ook.
 
Koersplan, waarbij de deelnemers maandelijks een bedrag van bijvoorbeeld vijftig euro storten, stopt een deel van de inleg in het Aegon Equity Fund. Een ander deel wordt gebruikt voor een overlijdensrisicoverzekering en nog wat andere kosten. Bij dit soort beleggingsproducten is altijd veel gedoe over de juiste manier om het rendement van de klant weer te geven.
Als het product moet worden verkocht, wil de aanbieder een fraai rendement tonen. In de verkoopfolders stonden begin jaren negentig voorbeeldrendementen van 10, 12 en 14 procent. Aan het eind van de looptijd, bij Koersplan meestal twaalf jaar, weet de klant pas hoeveel hij echt overhoudt.
Jarenlang gaf Aegondochter Spaarbeleg niet het werkelijk opgebouwde kapitaal. Mulder vroeg waarom. Dat zou de klant maar op het verkeerde been zetten, luidde destijds de verklaring van Spaarbeleg. Het opgebouwde kapitaal zou geen goed beeld geven van de te verwachten einduitkering na afloop van de looptijd.
De rendementen van beleggingsproducten met een verzekeringscomponent zijn altijd al een bron van veel geharrewar geweest. Kreten als netto-, bruto-en productrendement moesten licht in de duisternis werpen, maar kwamen niet over bij de klanten.
Klanten die vijftig euro inleggen, denken dat dat hun spaarinleg is. De verzekeraar laat dat geld pas werken na aftrek van overlijdensrisicopremie en andere kosten. Het maakt nogal wat uit of je uitgaat van vijftig euro of 35 euro. In het laatste geval moet je een schier onhaalbaar rendement boeken om de kosten goed te maken en meer terugkrijgen dan je inleg.
Volgens Aegon zijn er vanwege een aantal slechte beursjaren grote afwijkingen ontstaan tussen de voorbeeldkapitalen op grond van historische resultaten en de werkelijke rendementen. Aegon zegt dat het daarom voor de hand ligt om deze koersontwikkelingen te verdisconteren in het voorbeeldeindkapitaal.
 
© de Volkskrant