Rechters kritisch over aandelenlease
 
VASCO VAN DER BOON
 
Rechters zijn veel kritischer over de gebreken in de aandelenleasecontracten van marktleider Dexia dan tot nu toe bekend was, zo blijkt nu uit geheime stukken.
 
AMSTERDAM - In de zomer van 2005 heeft een landelijke werkgroep van gespecialiseerde rechters alle grote geschilpunten rond de aandelenleasecontracten van Dexia Bank Nederland op een rij gezet. Stuk voor stuk worden de geschilpunten gefileerd en vervolgens met een conclusie beëindigd. Die conclusies dienen als een handvat voor alle rechters in het land als zij vonnis gaan vellen in de duizenden procedures die nu lopen.
 
De geheime stukken, 'Beslismodules' geheten, zijn om meerdere redenen brisant. Allereerst omdat de rechters hierin grosso modo de stand van zaken opmaken van alle bekende jurisprudentie. Dat is interessant omdat ondanks het nu al jarenlang slepen van deze affaire er nog nauwelijks hogere rechters over de affaire hebben geoordeeld. De lagere rechters - kantonrechters, de sectoren civiele rechtspraak en de rechtbanken - moeten dus op hun eigen kompas varen. De geheime stukken vormen dat kompas.
 
Daarnaast zijn de Beslismodules boeiend omdat de landelijke werkgroep van lagere rechters de stand van zaken hebben opgemaakt op een moment dat de duizenden processen feitelijk al maanden stilliggen, omdat rechters de bemiddelingspogingen van oud-ECB-president Duisenberg niet willen doorkruisen met nieuwe vonnissen.
 
Toen eind april 2005 de bemiddeling van Duisenberg met een schikkingsakkoord tussen Dexia en de grootste belangenorganisaties werd bekroond, is de bevriezing van de jurisprudentievorming eerst nog officieus en daarna formeel gecontinueerd. Formeel is dat sinds november 2005 omdat Dexia toen de Duisenberg-schikking voor algemeenverbindendverklaring voorlegde aan het Amsterdamse gerechtshof. Dat hof verwacht nog zeker tot augustus dit jaar nodig te hebben om een oordeel te vellen.
 
Het uitlekken van de Beslismodules heeft dus plaats midden in een soort interbellum, waarin ruwweg gedurende ruim anderhalf jaar nauwelijks richtinggevende leasevonnissen zijn gewezen en voorlopig ook niet zullen worden gewezen.
 
De Beslismodules zijn dan nu weliswaar een jaar oud, maar veel meer recente houvast dan dit is voor betrokkenen niet voorhanden.
 
Bovendien zijn de beslismodules opmerkelijk omdat deze uitgelekte versie dateert van twee maanden nadat het hoofdlijnenakkoord voor de Duisenberg-schikking was bereikt. Daarin scheldt Dexia zijn leaseklanten twee derde van een eventuele restschuld kwijt. Aandelenleaseklanten van Dexia moeten zich nu beraden over de vraag of ze ingaan op die schikking, of eventueel doorprocederen tegen Dexia. Dan is het natuurlijk interessant voor beleggers om te weten of rechters in de nog embryonale jurisprudentie over aandelenlease langzamerhand rode lijnen denken te ontwaren. Volgens Dexia en de schikkende belangenorganisaties Leaseverlies, Eegalease, Consumentenbond en Vereniging van Effectenbezitters is van zo'n rode draad in de verste verte geen sprake.
 
Dat blijkt nogal mee te vallen. De gerechtelijke werkgroep fileert het complexe conflict tot tamelijk handzame conclusies.
 
De typische aandelenleasecontracten van Dexia, waarvoor de rechters de Winstverdriedubbelaareen veel voorkomend voorbeeld vinden, zijn - anders dan Dexia stelt - allemaal huurkoopcontracten, waaronder de handtekening van ook de echtgenoot of partner moet staan. Zo niet, dan zijn de contracten nietig en moet de schuld geschrapt en de inleg terug.
 
Over de depotconstructies, waarin leasecontracten worden gestapeld, oordeelt de werkgroep dat het 'verdedigbaar' lijkt 100% van de restschuld inclusief de termijnbetalingen voor rekening van Dexia te laten.
 
De zorgplicht, de informatieplicht en het 'know-your-customer-principe' zijn door Dexia op grote schaal geschonden. Anders dan Dexia van mening is, is de zogeheten Nadere Regeling 1999 van de Autoriteit Financiële Markten voluit van toepassing op aandelenleasecontracten. Bovendien geldt de 'bijzondere zorgplicht' die de Hoge Raad op 9 januari 1998 voor banken heeft afgekondigd.
 
Volgens de rechters is het echter 'onaanvaardbaar' om de schadelast die uit deze overtredingen voortvloeit volledig bij Dexia te leggen. De werkgroep adviseert dat deze schade afhankelijk van individuele omstandigheden en rekening houdend met redelijkheid en billijkheid, tussen Dexia en de klant moet worden gedeeld. Alleen in 'het uiterste geval' kan dit leiden tot teruggave van de leasepenningen aan de klant.
 
Dexia is volgens de werkgroep voluit aansprakelijk voor overtredingen van tussenpersonen die de contracten verkochten. De tussenpersonen werden namelijk door Dexia betaald en niet door de klant.
 
Van misleiding door Dexia is volgens de rechters over het algemeen geen sprake. De Wet financiële dienstverlening is niet met terugwerkende kracht geldig voor aandelenlease.
 
Copyright (c) 2006 Het Financieele Dagblad