Het gebruik maken van onderstaande uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM
 
Kenmerk: CV 04-8720
Datum: 21 juli 2005
 
251
 
 
 

Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam in de zaak van:
 
1.   [X1], echtgenoot van   [N1]
wonende te [woonplaats]
2.   [X2], echtgenote van   [N2]
wonende te [woonplaats]
3.   [X3], echtgenote van   [N3]
wonende te [woonplaats]
4.   [X4], echtgenote van   [N4]
wonende te [woonplaats]
5.   [X5], echtgenote van   [N5]
wonende te [woonplaats]
6.   [X6], echtgenote van   [N6]
wonende te [woonplaats]
7.   [X7], echtgenote van   [N7]
wonende te [woonplaats]
8.   [X8], echtgenoot van   [N8]
wonende te [woonplaats]
9.   [X9], echtgenoot van   [N9]
wonende te [woonplaats]
10. [X10], echtgenoot van [N10]
wonende te [woonplaats]
11. [X11], echtgenote van [N11]
wonende te [woonplaats]
12. [X12], echtgenote van [N12]
wonende te [woonplaats]
 
eisers
 
gemachtigde: mr: M.J.de Groot
 
tegen:
 
DEXIA BANK NEDERLAND N.V.
gevestigd te Amsterdam
 
gedaagde
hierna te noemen Dexia
 
gemachtigde: mr. G.P. Rooth
 

VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE
 
Bij tussenvonnis van 31 maart 2005 is de zaak verwezen naar de rolzitting van 28 april 2005 opdat
partijen bij akte zich zouden kunnen uitlaten over de punten die in het vonnis onder 37 tot en met
40 aan de orde gesteld waren.
 
Bij aktes hebben partijen zich op de zitting van 28 april 2005 over bedoelde punten uitgelaten.
Eisers hebben bij akte van 23 juni 2005 nog gereageerd op de akte d.d. 28 april 2005 van Dexia.
 
Vonnis is bepaald op heden.
 

GRONDEN VAN DE BESLISSING
 
1.  Overgenomen wordt wat overwogen en beslist is in het tussenvonnis d.d. 31 maart 2005 met
     deze correcties. Door niet alleen de gemachtigde vnn Dexia, maar ook door de gemachtigde
     van eisers is op de zitting van 1O november 2004 een pleitnota overgelegd. De eerste
     zinsnede in punt 36 moet als volgt gelezen worden:
 
     "In aanmerking nemende hoe krachtens de wet bij toepassing van artikel 6:278 BW de
     vergelijking van de waarden van de wederzijdse prestaties dient te geschieden en gelet op de
     aard en inhoud van de onderhavige overeenkomsten kunnen de prestaties van de
     echtgenoten van eisers jegens Dexia niet op die waarden gesteld worden."
 
2.  In dit tussenvonnis sprak de kantonrechter als zijn voorlopig oordeel uit dat Dexia bezitter te
     goeder trouw was van de vorderingen op de echtgenoten van eisers en aan haar dus de tot
     aan de vernietiging van de overeenkomsten door de echtgenoten van eisers betaalde
     rentetermijnen toebehoren krachtens artikel 6:206 juncto artikel 3:120 BW.
 
3.  Eisers bestrijden dit voorlopig oordeel, terwijl - niet erg verrassend - Dexia het voorlopig
     oordeel van de kantonrechter deelt.
 
4.  Eisers wijzen erop dat ingevolge artikel 1:89 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de bepaling
     van artikel 1:89 lid 1 BW, inhoudende dat een rechtshandeling die een echtgenoot in strijd met
     artikel 1:88 BW heeft verricht, vernietigbaar is, niet geldt voor een andere handeling dan een
     gift, indien de wederpartij te goeder trouw was. Het oordeel dat de overeenkomsten met de
     Bank rechtsgeldig door eisers vernietigd zijn, impliceert dat reeds is gebleken dat Dexia geen
     beroep op de goede trouw toekomt.
 
5.  Dexia voert aan dat de overeenkomsten, toen deze met de Bank gesloten werden, zonder
     meer rechtsgeldig waren en zij op dat moment bezitter te goeder trouw van de vorderingen op
     de echtgenoten van eisers was. Eerst met de vernietiging van de overeenkomsten kwam
     daarin een wijziging. Een en ander klemt temeer, nu artikel 1:88 BW er uitdrukkelijk niet toe
     strekt om eisers tegen Dexia te beschermen, maar tegen hun echtgenoten.
 
6.  Bij de beslechting van dit dispuut moet inderdaad voor ogen gehouden worden dat de regeling
     van artikel 1:88 BW strekt ter bescherming van de echtgenote of echtgenoot tegen de in
     artikel 1:88 BW genoemde rechtshandelingen van haar of zijn wederhelft waarvoor zij of hij
     geen toestemming verleend heeft. De regeling van artikel 1:88 BW, die stamt uit het midden
     van de jaren vijftig van de vorige eeuw toen de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde
     vrouw werd afgeschaft en waarvan sterk betwijfeld kan worden of deze nog wel past in de
     huidige tijd strekt dus niet ter bescherming tegen de derde met wie of ten behoeve van wie
     gehandeld is.
 
7.  Overwogen wordt verder dat het maar de vraag is, of de echtgenoten van eisers zonder
     mondelinge toestemming van eisers, althans zonder hun medeweten de overeenkomsten met
     de Bank gesloten hebben. In elk geval is het niet erg waarschijnlijk dat eisers de
     overeenkomsten vernietigd zouden hebben als redelijkerwijs te verwachten was dat de
     overeenkomsten het profijt zouden brengen met het oog waarop de echtgenoten van eisers
     deze gesloten hadden. Door de vernietiging van de overeenkomsten komt het risico dat
     inherent is aan effectenlease-overeenkomsten, in beginsel ten volle voor rekening van Dexia.
 
8.  Bij de toepassing van artikel 1:89 BW en artikel 6:203 BW juncto artikel 3:120 BW dient
     onderscheid gemaakt te worden tussen het verrichten al dan niet te goeder trouw in de zin van
     artikel 1:89 lid 2 BW van een rechtshandeling als bedoeld in artikel 1:88 BW en het zijn van
     bezitter, aldan niet te goeder trouw in de zin van artikel 3:118 lid 1BW van een vordering uit
     hoofde van een zodanige rechtshandeling.
 
9.  De overeenkomsten die vallen onder de in artikel 1:88 BW genoemde rechtshandelingen, zijn
     onaantastbaar voor de partij die deze zonder (schriftelijke) toestemming van zijn of haar
     echtgenoot gesloten heeft en zijn alleen vernietigbaar voor die echtgenoot, een derde.
 
10. De Bank had als bank behoren te weten dat de echtgenoten van eisers de schriftelijke
     toestemming van eisers ingevolge artikel 1:88 BW behoefden voor het sluiten van de
     effectenlease-overeenkomsten. Had de Bank de mogelijkheid willen uitsluiten dat eisers als
     dat voor hen opportuun zou zijn, wel de overeenkomsten die zij met hun echtgenoten sloot,
     zouden kunnen vernietigen op grond van artikel 1:89 lid 1 BW, dan had zij voor die
     toestemming moeten zorgen. Bij het sluiten van de overeenkomsten was de Bank dus niet te
     goeder trouw in de zin van artikel 1:89 lid 2 BW.
 
11. Nadat de Bank de overeenkomsten met de echtgenoten van eisers gesloten had, werd zij
     rechthebbende van de vorderingen op de echtgenoten uit die overeenkomsten. Zij
     beschouwde zich als rechthebbende van die vorderingen en mocht zich ook redelijkerwijs als
     zodanig beschouwen. Tot aan de tijdstippen dat de overeenkomsten door eisers vernietigd
     werden, was de Bank c.q. Dexia dan ook bezitter te goeder trouw van de vorderingen uit de
     overeenkomsten.
 
12. Op deze gronden komt de kantonrechter tot het definitieve oordeel dat de rentebedragen die
     door de echtgenoten van eisers betaald zijn tot de tijdstippen dat eisers de overeenkomsten
     vernietigden, aan Dexia toebehoren.
 
13. Beide partijen hebben opgegeven welke bedragen volgens hen aan rente tot aan de
     vernietiging van de overeenkomsten aan Dexia betaald zijn. Daarover bestaat
     eenstemmigheid tussen Dexia en de eisers, wier echtgenoten een eenmalige storting deden,
     te weten de eisers sub 2,3,8 en 11. De overige eisers hebben echter andere bedragen
     opgegeven dan Dexia.
 
14. Het komt de kantonrechter voor dat met betrekking tot de eenmalige stortingen bepaald zal
     moeten worden welk deel van de gestorte bedragen betrekking heeft op de rente die tot aan
     het tijdstip van de vernietiging van de overeenkomsten verschuldigd was en welk deel op de
     nadien volgens de overeenkomsten verschuldigde rente. Wat betreft de rentes welke in
     termijnen betaald zijn, dient nagegaan te worden wat nu de juiste bedragen zijn.
 
15. Aan partijen wordt verzocht zich met elkaar hierover te verstaan en bij akte op te geven wat de
     juiste bedragen zijn. Daartoe zal de zaak verwezen worden naar de rolzitting.
 
16. Uit het vorenstaande volgt dat de door eisers gevorderde verklaring voor recht al kan worden
     toegewezen, maar nog geen beslissing genomen kan worden over de gevorderde
     terugbetalingen.
 
17. De vordering van eisers tot veroordeling van Dexia om binnen 2 dagen na betekening van dit
     vonnis het Bureau Krediet Registratie te Tiel schriftelijk mee te delen dat de registraties van
     (de echtgenoten van) eisers bij dit bureau terzake de voormelde effectenlease-
     overeenkomsten ten onrechte zijn geschied en dat deze terstond ongedaan dienen te worden
     gemaakt, kan niet worden toegewezen. Niet aangenomen kan worden dat Dexia gerechtigd is
     van bet Bureau Krediet Registratie te Tiel dit te verlangen. Niets verhindert eisers om zichzelf,
     desgewenst met dit vonnis, tot het Bureau te wenden met het verzoek de betreffende
     registraties ongedaan te maken.
 
18. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
 

BESLISSING
 
De kantonrechter:
 
I.   verklaart voor recht dat vorenbedoelde effectenlease-overeenkomsten die de echtgenoten van
     eisers met de Bank sloten, rechtsgeldig zijn vernietigd;
 
II.  verwijst de zaak naar de rolzitting van donderdag 8 september 2005 om 10.00 uur, opdat
     partijen dan bij akte zich zullen kunnen uitlaten over de rentebedragen die tot aan de
     vernietiging van vorenbedoelde effectenlease-overeenkomsten door hun echtgenoten betaald
     zijn c.q. geacht kunnen worden betaald te zijn;
 
III. wijst de vordering terzake de van Dexia verlangde schriftelijke mededeling betreffende de
     effectenlease-overeenkomsten aan het Bureau Krediet Registratie te Tiel af;
 
IV. houdt iedere verdere beslissing aan.
 

Aldus gewezen door mr. F.M.P.M.Strengers, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare
terechtzitting van 21 juli 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.

Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL