tegen
[X]
wonende te Amsterdam
gedaagde in
conventie
eiseres in reconventie
nader te noemen [X]
gemachtigde:
H.Verbeek voor mr.J.A.Vos
VERLOOP VAN DE
PROCEDURE
De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 8 oktobei 2003
inhoudende de vordering van Dexia
met bewijsstukken
.
- het antwoord - met tegeneis - van [X] met
bewijsstukken.
Vervolgens is bij tussenvonnis van 10 maart 2004 bepaald
dat schriftelijk wordt
voortgeprocedeerd. Daarna zijn nog
ingediend:
- de conclusie van repliek in conventie en
antwoord in reconventie van Dexia
tevens houdende
vermindering en voorwaardelijke wijziging van eis in
conventie .
- de conclusie van dupliek in conventie en repliek in
reconventie van [X]
met bewijsstukken met
bewijsstukken
- de conclusie van dupliek in reconventie van Dexia
met bewijsstukken
- de akte waarin [X] reageert op die laatste
bewijsstukken.
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
In conventie en
reconventie
1. Als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende)
weersproken staat vast:
1.1 De rechtsvoorganger van Dexia heeft aan [X] een
aanvraagformulier
toegezonden waarna partijen in
juli 1999 een overeenkomst
hebben gesloten ten behoeve
van het produkt Winstverdriedubbelaar
onder
contractnummer 74284466. Op de overeenkomst zijn
bijzondere
voorwaarden van toepassing (overgelegd
als prod.3 bij dagvaarding).
1.2 [X] verplichtte zich op grond van voornoemde
overeenkomst om
gedurende een ononderbroken
periode van 36 maanden een pakket
aandelen te
leasen bestaande uit 177 aandelen AbnAmro, 177
aandelen Ahold en 177 aandelen Ing. De aandelen zouden
door
Dexia(of haar
rechtsvoorganger)wordenaangekochtop een koers .
van respectievelijk Eur 21,85, Eur 35,40 en Eur 51,98 met
dien
verstande dat de (totale) aankoop tegen
genoemde koersen werd
verricht in drie gelijke
porties van telkens 59 aandelen, te weten bij
de
start van de overeenkomst en nog twee maal telkens een
jaar
later. Totale investering Eur 19.333,71,
totale rente Eur 4.056,59.
[X] diende wegens deze
lease aan Oexia 36 maandtermijnen van
Eur 112,68
te voldoen, een bedrag van f 100,- in de 35e maand
en
aan het eind van de 36e-maandtermijn een bedrag
van Eur
19.288,33. Dit laatste bedrag zou worden
verrekend met de verkoopopbrengst
van de aandelen
na 36 maanden. Dexia heeft de aandelen.
als
voornoemd gekocht. [X] heeft de maandtermijnen voldaan.
1.3 Op 31 oktober
2002 is aan [X] de eindafrekening van de
winstverdriedubbelaar
toegezonden. Zij diende na
verkoop van de aandelen
nog Eur 3.778,35 aan Oexia
te betalen. Na sommatie van en namens
Dexia heeft
[X] voornoemd bedrag op 7 oktober 2003 betaald.
Het geschil in conventie en
reconventie
2. Dexia vordert na vermindering van eis [X]
vanwege het onder 1.2 genoemde
contract te
veroordelen tot betaling van EUR 1.027,77
(incassokosten
en vervallen contractuele rente).
Voorts wordt rente gevorderd over Eur
3.778,35 vanaf
7 juni 2003 tlrn 13 oktober 2003 en over Eur 1.027,77
vanaf
13 oktober 2003 tot de voldoening. Ten slotte
vordert Dexia voorwaardelijk
als in haar
repliek/antwoord op bl.35 verwoord.
3. [X] verweert zich tegen deze vordering en voert
- kortgezegd- aan dat
het onder 1.2 genoemde
contract primair vernietigd dient te worden wegens
bedrog, misbruik van omstandigheden dan wel dwaling. Subsidiair heeft
zij
aangevoerd dat de overeenkomst ontbonden dient
te worden omdat Dexia
toerekenbaar te kort is
geschoten in de nakoming van haar verplichtingen
(gebruikmaken van misleidende reclame en handelen in strijd met
de
regelgeving toezicht effectenverkeer). Meer
subsidiair beroept zij zich op
verrekening met haar
reconventionele vordering. Zij bestrijdt ten slotte
incasso- en proceskosten verschuldigd te zijn. In reconventie vordert
[X]
(primair en subsidiair) terugbetaling van de
restschuld van Eur 3.778,35 en
van alle door haar
betaalde maandtermijnen (tezamen Eur 3.943,80).
Subsidiair vordert zij ook nog haar overige schade op te maken bij
staat.
Beoordeling
Het primaire verweer in
conventie (met bijbehorende reconventionele
verklaring voor recht betreffende vernietiging)
4. In de folders voor het produkt
winstverdriedubbelaar wordt goed beschreven
hoe het
produkt werkt, zij het dat de eerste pagina's slechts
rekening
houden met een winstscenario (zie de folder
overgelegd als prod.2 bij
antwoord/eis). Op pagina 5
staat een prognosevoorbeeld waarin staat
vermeld dat
uitgegaan wordt van een gemiddelde koersstijging van
15,3%
per jaar voor de aandelen. Uit pagina 6 blijkt
onmiskenbaar dat verliezen
worden geleden bij lagere
koersstijgingen. Dit klemt dus temeer als sprake
is
van koersverliezen (die niet in het voorbeeld zijn genoemd). Pas
op
pagina 8 wordt beschreven dat de aandelen minder
kunnen opbrengen dan
de aankoopprijs. Op pagina 10
staan dan de gebruikelijke waarschuwingen
over
beleggen. Dat de (niet overgelegde) prod.10 bij repliek/antwoord
aan
[X] is toegezonden is door haar bestreden en
aldus niet komen vast te
staan (het algemene
bewijsaanbod in de dupliek reconventie onder 3. is
te
algemeen). Aan dit stuk wordt dus verder
voorbijgegaan.
5. Het contract dat partijen sloten naar
aanleiding van voornoemde folder
(prod.2 bij
dagvaarding) sluit daarbij aan en is er in overeenstemming
mee.
Uit dat contract blijkt dat daar genoemde
aandelen gekocht worden (prijs en
aantal vermeld),
dat in drie porties voor gelijke bedragen wordt gekocht,
wat
de totale hoofdsom is en wat de totale rente is.
Vermeld is dat de totale
hoofdsom na afloop van het
contract nog aan Dexia moet worden voldaan
onder
verrekening van de opbrengst van de aandelen.
6. Het produkt en de aanprijzing ervan overziende,
zoals hiervoor beschreven,
kan niet worden
volgehouden dat de overeenkomst tot stand is gekomen
door bedrog, dwaling of misbruik van omstandigheden. Van bedrog is
geen
sprake omdat niet aannemelijk is geworden dat
Dexia opzettelijk onjuiste
mededelingen heeft gedaan
of opzettelijk feiten heeft verzwegen. Misbruik
van
omstandigheden is niet aanwezig omdat Dexia niet wist of hoefde te
begrijpen dat [X] vanwege bijzondere omstandigheden de
overeenkomst
aanging. De omstandigheid dat [X] blind is
maakt dit niet anders. Zij heeft
de informatie en
het contract opgestuurd gekregen en kon daarvan in
alle
rust kennisnemen. Van dwaling is geen sprake
omdat de door Dexia
verstrekte inlichtingen niet als
misleidend kunnen worden aangemerkt (in
navolging
van de vonnissen van de rechtbank Amsterdam (NJF 2004,
410
en 411). Het primaire verweer wordt daarom
verworpen.
Het subsidiaire verweer in
conventie (met bijbehorende reconventionele
verklaring voor recht betreffende ontbinding)
7. Voorzover Dexia de regelgeving in het kader van
de wet toezicht effecten-
verkeer niet is nagekomen
voor wat betreft haar zorg- en informatieplichten
en
voorzover dat ontbinding van de overeenkomst zou
rechtvaardigen
brengt een deswegen uitgesproken
ontbinding van de overeenkomst met
zich dat de
gevolgen daarvan naar maatstaven van redelijkheid en
billijkheid
bepaald dienen te worden. Tegen die
achtergrond wordt een oordeel
over de gevorderde
ontbinding (in reconventie) in het midden gelaten en
eerst beoordeeld of er aanleiding is om met toepassing van artikel 6:248
lid
2 BW de verplichtingen van [X] uit de
overeenkomst te beperken.
8. Het produkt winstverdriedubbelaar richt zich op
de particulier die niet
gewend is zelf in aandelen
te beleggen. Na jaren koersstijgingen is het niet
al
te moeilijk gebleken om deze burgers te interesseren voor het
produkt.
Naam en reclamemateriaal benadrukken de
winstkansen. Het feit dat een
kant en klaar produkt
wordt aangeboden door een exclusieve bank stimuleert
de verkoop ervan. Ten slotte is belangrijk dat welhaast iedereen
kan
instappen (zie prod.1 bij dagvaarding). Met f
50,- p.m. doe je al mee. [X]
voldoet aan de
kenmerken van de hiervoor beschreven particulier.
Voldoende
is komen vast te staan dat zij geen
beleggingservaring had terwijl niet
bestreden is dat
zij niet beschikte over een aanzienlijk inkomen.
9. Tegen de hiervoor geschetste achtergrond wordt
geoordeeld dat Dexia, die
gehouden was aan de in de
Nadere Regeling toezicht effectenverkeer
gecodificeerde zorgplicht (zie NJF 2004, 410 en 446), zich rekenschap
had
behoren te geven van de vraag of haar
wederpartij naar redelijke veïvVachting
over
voldoende bestedingsruimte zou beschikken om aan de uit
het
contract voortvloeiende, mogelijk negatieve,
verplichtingen te voldoen.
Dexia had erop bedacht
dienen te zijn dat tot haar wederpartijen personen
zouden behoren die niet over voldoende inzicht in beleggen beschikken
om
zich zelfstandig in effectentransacties te
begeven. Alleen al daarom mocht
van Dexia als
deskundige partij worden verwacht dat potentiële
afnemers
van het effectenleaseprodukt indringend
werden gewezen op de daaraan
verbonden risico's voor
het geval de koersen niet meer zouden stijgen of
zelfs.zouden dalen. Dexia heeft ten aanzien van het onderzoek naar de
bij
haar wederpartij bestaande of te verwachten
bestedingsruimte ontoereikende
zorg betracht omdat
zij slechts heeft onderzocht of de afnemer
geregistreerd
stond bij het BKR.
10. Voor wat betreft de informatieplicht wordt
vastgesteld, ook weer tegen de
achtergrondvan
hetgeen onder 8. is overwogen, dat negatieve
scenario's
niet serieus zijn belicht in het
foldermateriaal. De met het produkt samenhangende
specificieke risico's hieruit bestaande dat men niet alleen
zijn
inleg kwijt kan zijn maar dat men ook met een
(aanzienlijke) restschuld
kan blijven zitten zijn
onvoldoende belicht. Dat een en ander [X] op
andere
wijze is duidelijk gemaakt is niet komen vast te staan.
11. Het niet nakomen door Dexia van haar zorgplicht,
zoals hiervoor overwogen,
brengt met zich dat Oexia
aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan
door de
belegger ondervonden negatieve gevolgen. Daarbij geldt echter
dat
[X] ook zelf verantwoordelijkheid draagt voor
haar keuze om deel te .
nemen aan de
winstverdriedubbelaar. Een en ander brengt met zich dat
het
onverkort toepassen van alle tussen partijen
geldende bedingen tot onaanvaardbare
gevolgen zal
leiden. De verplichtingen van [X] worden naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid beperkt tot haar inleg. Van
Dexia
als deskundige partij had verwacht mogen
worden dat zij dit (massa}produkt
zou verzekeren
tegen koersdaling. De gevolgen van het feit dat zij dat
niet
heeft gedaan blijven derhalve voor haar
rekening.
en voorts in reconventie
12. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is
toewijsbaar de door [X]
betaalde Eur 3.778,35
vermeerderd met dè rente daarover. Voor het
overige
wordt de vordering afgewezen op de gronden zoals
hiervoor
aangegeven.
13. Nu partijen beiden op onderdelen in het ongelijk
zijn gesteld worden de
kosten
gecompenseerd.
De voorwaardelijke eis in
conventie
14. Gelet op hetgeen onder 11 is overwogen is deze
vordering niet toewijsbaar.
15. Dexia wordt in conventie als in het ongelijk
gestelde partij veroordeelt in de
kosten.
BESLISSING
De kantonrechter:
In conventie
I wijst de vordering
af;
II veroordeelt Dexia in de kosten van
het geding aan de zijde van [X] tot op
heden
begroot op EUR 540,00, voorzover verschuldigd inclusief BTW,
aan
salaris van haar gemachtigde, te betalen
aan de griffier van de sector
kanton;
In reconventie
III veroordeelt Dexia om aan [X] te betalen
EUR 3.778,35 vermeerderd met
de wettelijke
rente daarover vanaf 25 februari 2004;
IV compenseert de
proceskosten;
V wijst af het in reconventie meer of anders
gevorderde.
Aldus gewezen door C.von Meyenfeldt,
kantonrechter, en uitgesproken te
openbare terechtzitting van de Rechtbank
Amsterdam van 5 januari 2005 in
tegenwoordigheid van de
griffier.