Het gebruik maken van deze uitspraak bij eventuele publicatie, is alleen toegestaan indien de gehele URL wordt overgenomen. Het kopieren van deze uitspraak en het plaatsen hiervan op een site is zonder toestemming van de Stichting PAL, uitdrukkelijk verboden.

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
 
Vonnis : 31 maart 2004
 
Zaaknummer : 89286 / HA ZA 04-57
 

De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van:
 
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de hoofdzaak, partij in het incident,
procureur mr. A.H. Odekerken-Holtkamp;
 
tegen:
 
X,
wonende te (....), gemeente (....)
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, partij in het incident,
procureur mr. A.M.B.J. Derks-Höppener.
 
 
 
1. Het verloop van de procedure
 
Eiseres in conventie de hoofdzaak, hierna te noemen "Dexia", heeft gedaagde in conventie in de hoofdzaak, hierna te noemen "X", gedagvaard voor deze rechtbank en gesteld en gevorderd als in de dagvaarding vermeld. Bij die dagvaarding zijn producties overgelegd.
X heeft daarna een conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie genomen, zulks onder het overleggen van producties. In deze conclusie heeft bij de bevoegdheid van de sector civiel aan de orde gesteld. De rechtbank heeft vervolgens Dexia in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de bevoegdheid, waarna Dexia in het incident een conclusie van antwoord heeft genomen.
 
Ten slotte heeft de rechtbank bepaald dat in het incident vonnis bepaald zal worden gewezen.
De uitspraak van het vonnis is bij vervroeging bepaald op heden.
 

2. De vordering
 
In de hoofdzaak
 
2.1 Bank Labouchere n.v., rechtsvoorgangster van Dexia, en eveneens handelende onder de naam Legio, en op haar beurt rechtsopvolgster van Legio Lease b.v., heeft met X een overeenkomst gesloten ten aanzien van het zogenaamde WinstVerDriedubbelaar. Op deze overeenkomst zijn volgens Dexia de door haar gehanteerde algemene voorwaarden van toepassing. Door het verstrijken van de overeengekomen looptijd is de overeenkomst geëindigd, in verband waarmee Dexia een eindafrekening aan X heeft gezonden voor een bedrag van € 6.599,52.
 
2.2 Artikel 5 van de overeenkomst luidt als volgt:
 
"Zodra lessee al datgene aan Legio-Lease heeft betaald wat hij haar krachtens deze lease-overeenkomst en de daarbij behorende Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease verschuldigdis of zal worden,is lessee automatischen van rechtswege eigenaarvan de waardengeworden."
 
2.3 De bij de overeenkomst horende Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease luiden - voorzover te dezen van belang - als volgt:
 
"(...)2. Legio-Lease en lessee komen overeen dat het eigendom van de waarden op lessee overgaat door vervulling van de opschortende voorwaarde dat lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft voldaan. Teneinde te bewerkstelligen dat lessee alsdan van rechtswege eigenaar van de waarden wordt, worden de in de overeenkomst genoemde waarden voorwaardelijk overgedragen aan lessee en wel onder de opschortende voorwaarde dat lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft voldaan. Deze voorwaardelijke overdracht geschiedt doordat genoemde waarden onverwijld na verkrijging ervan door Legio-Lease ten name van lessee worden bijgeschreven in de administratie van Bank Labouchere, overeenkomstig artikel 17 van de Wge, ter uitvoering van de in de eerste zin van dit artikel omschreven verbintenis tot voorwaardelijke overdracht. Legio-Lease behoudt het eigendom van de waarden totdat lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst heeft voldaan en blijft als zodanig bevoegd over de waarden te beschikken zonder dat dit ten nadele van lessee werkt. Lessee kan niet over de waarden beschikken, behoudens met voorafgaande schriftelijke toestemming van Legio-Lease. Legio-Lease draagt het risico van het verloren gaan van de waarden totdat deze eigendom van lessee zijn geworden."
 
(... )
 
10 Indien lessee aan al zijn verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan,zullen de waarden aan lessee worden uitgeleverd, tenzij lessee alsdan mededeelt de voorkeur te geven aan de verkoop van de waarden. De verkoopopbrengst zal in dat geval door Legio-Lease aan lessee worden uitbetaald. Verkoop vindt zo spoedig mogelijk na opdracht daartoe plaats."
 
2.4 Volgens Dexia is X echter in verzuim, omdat zij nalaat het bij de einddatum verschuldigde bedrag, ondanks aanmaning daartoe, te voldoen. Voorts is X volgens Dexia uit hoofde van de overeenkomst een rente van 0,96% per maand aan Dexia verschuldigd.
 
2.5 X is bij schrijven van 30 september 2003 gemaand om het verschuldigde te betalen, bij welk schrijven tevens door Dexia aanspraak is gemaakt op buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 663,- en de contractuele rente van 0,96% per maand.
 
2.6 Dexia heeft op de in de dagvaarding vermelde gronden gevorderd dat X bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar te betalen de somma van € 7.542,63, vermeerderd met de contractuele rente van 0,96% per maand, althans de wettelijke rente, over € 6.599,52 vanaf 1 oktober 2003 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van X in de kosten van het geding.
 
In het incident
 
2.7 X heeft in haar conclusie van antwoord in conventie, conclusie van eis in reconventie, primair een beroep gedaan op de niet-ontvankelijkheid van de inleidende dagvaarding, stellende dat er sprake is van een huurkoopovereenkomst, ten aanzien waarvan de kantonrechter bevoegd is. De rechtbank heeft naar aanleiding van dit aan de orde gestelde bevoegdheidsprobleem van dwingend recht Dexia in de gelegenheid gesteld zich uit te laten omtrent de bevoegdheid van de sector civiel.
 
2.8 Dexia heeft zich in haar conclusie van antwoord in het incident gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
 
3. De beoordeling
 
In het incident
 
3.1 De tussen partijen gesloten overeenkomst betreft een zogenaamde effectenlease-overeenkomst. met X is de rechtbank van oordeel dat deze overeenkomst, gelet op het hiervoor onder 2.2 en 2.3 weergegevene en met inachtneming van artike17A:1576, lid 5, BW, is te beschouwen als een huurkoopovereenkomst als bedoeld in artikel 93 onder c Rv.
 
3.2 Uit het vorenstaande volgt dat de rechtbank zich onbevoegd dient te verklaren om van de vordering kennis te nemen, nu, gelet op het bepaalde bij artikel 93 onder c Rv, de kantonrechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. Mitsdien zal de rechtbank de zaak naar de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Heerlen, verwijzen.
 
3.3 Partijen zullen voor de kantonrechter (ook) in persoon kunnen verschijnen.
 
3.4 Al het vorenstaande brengt met zich dat de vordering moet worden toegewezen en dat Dexia als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van dit incident moet dragen.
 

4. De beslissing
 
De rechtbank:
 
In het incident
 
wijst het gevorderde toe;
 
veroordeelt Dexia in de kosten van het geding aan de zijde van X gerezen, tot aan deze uitspraak begroot op € 390,-- voor salaris procureur;
 
In de hoofdzaak
 
verwijst deze zaak in de stand waarin zij zich bevindt naar de kantonrechter te Sittard;
 
verstaat dat de kantonrechter over het door X bij de rechtbank betaalde vast recht ten bedrage van € 245,- oordeelt;
 
verwijst de zaak naar de rol van 28 april 2004 voor conclusie van antwoord in reconventie;
 
verstaat op de voet van het bepaalde in artikel 71, vierde lid, Rv dat partijen in persoon of bij gemachtigde moeten verschijnen.
 

Dit vonnis is gewezen door mr. Sijmonsma, rechter, en in het openbaar uitgesprokenn in tegenwoordigheid van de griffier.