Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam in de zaak
van:
[X]
wonende te [woonplaats]
eiser
nader
te noemen [X]
gemachtigde: mr. C.J.R. Binsbergen
t e g e n:
de naamloze vennootschap Dexia Bank Nederland
N.V.
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen
Dexia
gemachtigde: H.Verbeek voor mr. F.R.H.van der Leeuw
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 23 augustus 2004 inhoudende de
vordering van [X]
- een akte overlegging produkties van [X]
- een
incidentele conclusie tot verwijzing van Dexia met bewijsstukken
- een
conclusie van antwoord in het incident met bewijsstuk
- een akte uitlating
rolbeschikking van [X]
- een atwoordakte uitlating rolbeschikking van
Dexia
Daarna is vonnis bepaald in het incident.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
1. Als gesteld en erkend dan wel niet
(voldoende)weersproken staat, voorzovervan belang,
vast:
1.1. In januari.2001 hebben [X] en
zijn echtgenote zes
overeenkomsten "overwaarde
effect maandbetaling met herbelegging" ondertekend met de nummers 21......
t/m
21....... Bij de
overeenkomst behoren "bijzondere voorwaarden effecten lease".
1.2. Blijkens de overeenkomsten least [X] aandelen/effecten, door Dexia verder
genoemd
"waarden", met als
omschrijving "Labouchere AEX Plus Certificaat uitgegeven
conform
prospectus d.d.25 maart 1999."
1.3. Artikel 6 van de overeenkomst
luidt: Ter uitvoering van de in artikel 2 van de
bijzondere
Voorwaarden
Effecten Lease omschreven verbintenis tot voorwaardelijke
overdracht,
levert de Bank
door middel van deze akte de waarden aan lessee, onder
de
opschortende voorwaarde
dat lessee al datgene aan de Bank heeft betaald wat hij
haar
krachtens deze
lease-overeenkomst en de daarbij behorende bijzondere
voorwaarden
etc.
verschuldigd is of zal worden, van welke levering de Bank onverwijld
na
totstandkoming van deze
akte mededeling doet aan de uitgevende instelling..."
1.4. Van
de bijzondere voorwaarden effecten lease luidt artikel 2: ""De Bank en lessee
komen
overeen dat de
eigendom van de waarden op lessee overgaat door vervulling van
de
opschortende voorwaarde
dat lessee aan al zijn verplichtingen uit hoofde van
de
overeenkomst heeft
voldaan..."
1.5. Bank Labouchere NV heeft de bij de onder 1.1
bedoelde overeenkomsten
bedoelde
certificaten "aex
plus effect" met afgiftedatum 23 februari 2001 aan [X]
toegezonden.
Die
certificaten bevestigen telkens een hoofdsom van EUR 12.765,35, een
beginkoers
van 624,62, een
begindatum van 22 februari 2001 en een looptijd van minimaal
60
maanden en maximaal 240
maanden. Op het certificaat staat dat daaraan
geen
zelfstandige rechten
kunnen worden ontleend. De rechten uit hoofde van het
certificaat
"worden bepaald
aan de hand van de voorwaarden zoals vermeld in het prospectus
en
de administratie van de
uitgevende instelling."
Vordering
2. [X] stelt voorzover thans van belang dat de onder 1.
bedoelde overeenkomsten geheel
beantwoorden aan de art.7a:1576
lid 1 jo lid 5 BW (koop op afbetaling) en 7a:1576h lid 1 BW
(huurkoop). De certificaten zijn afgeleverd en ook aan de overige voorwaarden
voor huurkoop
is voldaan.
Verweer
3. Dexia verweert zich tegen deze vordering en
voert, zakelijk weergegeven, aan dat er geen
sprake is van
een koop op afbetaling en (dus) evenmin van huurkoop. Volgens Dexia
wordt
niet voldaan aan de voorwaarden voor koop op
afbetaling of huurkoop want er is geen
aflevering (zie 8)
en geen eigendomsoverdracht of koop (zie 9/10). Ter onderbouwing
van
haar stellingen verwijst Dexia naar enige uitspraken.
Zij vordert daarom verwijzing.
Beoordeling
4. Het gaat er om of in de onder 1.1 genoemde
overeenkomsten de elementen aanwezig zijn die
noodzakelijk
zijn om deze als huurkoop te kwalificeren. Huurkoop is een species van koop
op
afbetaling en koop op afbetaling is een species van
koop. De regels betreffende koop en koop
op afbetaling
zijn op huurkoop van toepassing voorzover hiervan in de artikelen
7A:1576h-
1576x BW niet wordt afgeweken.
5. Blijkens de hiervóór geciteerde bepalingen in
de overeenkomst zijn de waarden die in de
certificaten
worden beschreven gedurende de looptijd van de overeenkomst eigendom
van
Labouchere. Tevens verbindt Labouchere zich, onder de
opschortende voorwaarde van
algehele betaling van de
prijs, de waarden aan de deelnemer in eigendom over te
dragen.
Ook indien aan een formele eigendomsoverdracht
eisen van administratieve of andere aard
worden gesteld
heeft de overeenkomst de strekking om de deelnemer - na volledige
betaling
van de prijs - eigenaar te maken van het vermogen
dat de certificaten vertegenwoordigen.
6. Voorwaarde voor de kwalificatie als koop op
afbetaling en huurkoop is dat er sprake is van
een
aflevering aan de afnemer. Onder aflevering dient, zoals blijkt uit artikel
7A:1576 lid 1 BW
in verbinding met artikel 7:9 lid 3 BW te
worden verstaan: verschaffing van de macht over het
vermogensrecht. Voor effecten betekent dit: verschaffing van het genot daarvan
(artikel
7A: 1576m BW). In het onderhavige geval verkeert
de deelnemer na het aangaan van de
overeenkomst in
economisch opzicht in dezelfde positie als de eigenaar van de waarden
die
in de certificaten worden beschreven. Tijdens de
looptijd van de overeenkomst worden alle
voor- en nadelen
volledig aan hem doorberekend. Dit komt overeen met het bepaalde
in
artikel 7A:1576n BW.
7. Gelet op, het voorgaande moet als tijdstip van
aflevering worden aangenomen het moment
waarop het genot
van de waarden een aanvang neemt, dat wil zeggen bij de aanvang van
de
contractsduur. De stelling van Dexia dat niet is
afgeleverd wordt derhalve verworpen.
8. Zoals uit hetgeen hiervoor is overwogen blijkt
wordt geoordeeld dat de "waarden" die
onderwerp van de
onder 1.2 genoemde overeenkomsten zijn zich lenen voor
koop/verkoop.
Terecht heeft [X] aangevoerd dat het om meer
gaat dan de verrekening van een
koersverschil (zie onder
13, 16 en 17 van de conclusie van antwoord in het incident)
zoals
Dexia stelt. Het certificaat (= de omschrijving van
de waarden/effecten, zie 1.2) kan in
eigendom overgaan en
kan worden verpand (zie art.12 bijzondere voorwaarden).
Het
certificaat is dus meer dan een overeenkomst tot
verrekening van een koersverschil
(voorwaardelijke
vorderingsrecht). De stelling van Dexia dat de waarden niet kunnen
worden
overgedragen in eigendom of kunnen worden verkocht
wordt derhalve verworpen.
9. Op grond van het bovenstaande moet worden
geconcludeerd dat de overeenkomst in elk
geval dezelfde
strekking heeft als huurkoop en derhalve als huurkoop moet
worden
aangemerkt (artikel 1576h lid 2 BW). Dit betekent
dat de sector kanton bevoegd is en dat niet
verwezen hoeft
te worden.
10. Over de kosten wordt beslist bij de
einduitspraak.
BESLISSING
De kantonrechter:
- bepaalt dat de zaak wordt verwezen naar de rol van 5
oktober 2005 voor antwoord;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. C.von Meyenfeldt, kantonrechter,
en uitgesproken ter openbare
terechtzitting van 7 september 2005 in
tegenwoordigheid van de griffier.
Ingescant en bewerkt naar HTML Copyright (C) Stichting PAL